dinsdag 16 december 2014

Magnetron gezond?

Voedsel uit de magnetron brengt de gezondheid ernstige schade toe. Dit is in 1989 vastgesteld door de Zwitserse voedingswetenschapper dr. Hans Ulrich Hertel, die al meer dan tien jaar probeert om zijn ontdekking wereldkundig te maken, maar daarin wordt tegengewerkt door de Zwitserse autoriteiten. Intussen krijgt het onderzoek van dr. Hertel meer gewicht, aangezien recente studies eveneens aantonen dat het gebruik van een magnetron schadelijk is voor de gezondheid. En zelfs kan leiden tot de ontwikkeling van kanker.


Als je voedsel eet dat in een magnetron is verhit of ontdooid, treden in je bloed veranderingen op die kenmerkend zijn voor de eerste fasen van het ziekteproces van mensen die aan kanker lijden. Deze schokkende ontdekking had al tien jaar geleden voorpaginanieuws kunnen zijn, als dr. Hans Ulrich Hertel niet met succes de mond was gesnoerd door fabrikanten van magnetrons, die op een handige manier gebruik hebben gemaakt van handelswetten. Het Zwitserse Hof verbood Hertel namelijk om zijn onderzoeksgegevens openbaar te maken, op straffe van hoge boetes – en zelfs onder bedreiging van persoonlijk faillissement.

In maart 1993 heeft het gerechtshof in Bern een uitspraak gedaan in de zaak die door de Zwitserse associatie van dealers van elektrische apparaten voor huishoudens en industrie tegen dr. Hertel was aangespannen en hem verboden om publiekelijk te verklaren dat het gebruik van een magnetron gevaarlijk is voor de gezondheid.
Bij overtreding zou hem een boete van SFR. 5000 worden opgelegd en riskeerde hij een gevangenisstraf van een jaar. Het Zwitserse federale hof in Lausanne heeft de uitspraak een jaar later, in 1994, bevestigd.

De advocaten van de fabrikanten van magnetrons beriepen zich op de Zwitserse wet tegen oneerlijke concurrentie, die‘discriminerende, onware, misleidende en onnodig nadelige uitspraken over een leverancier of zijn producten’ verbiedt (1) – waarbij uitsluitend wordt nagegaan of er sprake is van handelsbelemmering en niet of een van beide partijen kwade opzet heeft. Deze wet beperkt ook de vrijheid van de Zwitserse pers, aangezien elk interview waarin kritisch over de magnetron wordt gesproken, gemakkelijk tot een proces zou kunnen leiden.

De Zwitserse visie wordt niet gedeeld door de rest van Europa. In augustus 1998 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bepaald, dat de zwijgplicht die dr. Hertel was opgelegd, in tegenspraak is met het recht op vrijheid van meningsuiting. De Zwitserse overheid dient aan dr. Hertel 40.000 Zwitserse frank uit te keren als compensatie voor de door hem geleden schade, zo heeft het Europese Hof gelast. Dr. Hertel wacht echter nog steeds op vernietiging van de eerdere uitspraak. Ondanks zijn overwinning hangt hem een boete van 8.000 Zwitserse frank boven het hoofd, als hij de magnetron in opspraak brengt. Intussen krijgt dr. Hertel echter steun uit wetenschappelijke hoek, in de vorm van nieuwe studies, die zijn ontdekkingen van tien jaar geleden onderschrijven.


HET ONDERZOEK VAN DR. HERTEL:
In samenwerking met professor Bernard Blanc van het Zwitserse Federal Institute of Technology is dr. Hertel, een voedingswetenschapper die vele jaren voor een internationaal voedingsmiddelenbedrijf in Zwitserland heeft gewerkt, elf jaar geleden een uitgebreid onderzoek gestart naar de invloed van voedsel uit de magnetron op de gezondheid. Dit onderzoek hebben de twee wetenschappers zelf gefinancierd, nadat hun subsidieaanvraag bij het Swiss National Fund was afgewezen.

Voor het onderzoek, dat noodgedwongen op kleinere schaal is uitgevoerd dan aanvankelijk werd beoogd, werden acht mensen van het Macrobiotisch Instituut in Kientel geselecteerd. Om geen compromitterende factoren in het bloed te hebben werden uitsluitend mensen uitgekozen die een macrobiotisch dieet volgden. Behalve Hertel zelf, die destijds 64 jaar was, waren alle deelnemers tussen de twintig en veertig jaar oud.

Aan ‘Wat artsen je niet vertellen’ liet Hertel weten: “We verbleven acht weken in hetzelfde hotel. In die periode werd er niet gerookt, geen alcohol gedronken en geen seks bedreven.” Met intervallen van twee tot vijf dagen kregen de vrijwilligers op een lege maag een van acht verschillende voedingsproducten: verse melk van een biologische boerderij, of dezelfde melk op een conventionele manier gekookt, of verhit in een magnetron; gepasteuriseerde melk; organisch geteelde groenten – rauw, of dezelfde groenten op een conventionele manier gekookt; of verhit in een magnetron, of eerst bevroren en vervolgens ontdooid in een magnetron.

Kort voordat deze producten werden gegeten, en vervolgens op bepaalde tijdstippen na het eten van dit voedsel, werden bij elke vrijwilliger bloedmonsters afgenomen. De onderzoekers stelden vast, dat in het bloed van degenen die voedsel uit de magnetron hadden gegeten, significante veranderingen optraden. Metingen wezen op een daling van alle hemoglobine- en cholesterolwaarden, zowel van de high-density lipoproteïnen – het ‘goede’ cholesterol – als van low-density lipoproteïnen – het ‘slechte’ cholesterol (2). Tevens nam het aantal witte bloedcellen tijdelijk meer af dan na het eten van producten die niet in de magnetron waren verwarmd of ontdooid. Bovendien ontdekte dr. Hertel een sterk verband tussen de hoeveelheid stralingsenergie uit de magnetron die in de verwarmde producten was opgenomen en de helderheid waarmee bacteriën oplichten als je onder een speciaal licht naar het voedsel kijkt. Volgens dr. Hertel zou deze energie via het voedsel in het lichaam terecht kunnen komen.

Behalve deze consequenties van het gebruik van een magnetron, heeft dr. Hertel ook non-thermale effecten vastgesteld die, zo beweert hij, de doordringbaarheid van de celmembranen wijzigen door verstoring van de elektrische interactie tussen de buiten- en binnenlaag van de cel. De beschadigde cellen verliezen deels hun arbeidsvermogen en worden een gemakkelijke prooi voor virussen, schimmels en andere micro-organismen.

Verstoring van de natuurlijke herstelmechanismen van cellen leidt er uiteindelijk toe, dat deze zich noodgedwongen op andere manieren dan gebruikelijk van energie moeten voorzien. Terwijl deze cellen normaliter geen zuurstof nodig hebben, gaan zij in een noodtoestand van zuurstof gebruikmaken om te kunnen voortbestaan. Dit heeft tot gevolg dat zij, in plaats van water en kooldioxide, waterstofperoxide en koolmonoxide gaan produceren. ‘Bij deze energiegeneratie is er niet langer sprake van gezonde oxidatie, maar van een ongezond fermentatieproces’, zegt dr. Hertel.


Frequentionele spectrum met daarin rechts de karakteristiek van de magnetrongolven

Tijdens het verhittingsproces in de magnetron, die een input heeft van 1000 watt of meer, treden ook andere chemische reacties op, zo heeft de voedingswetenschapper vastgesteld. Als gevolg van destructie en deformatie van voedingsmoleculen ontstaan zogenaamde ‘radiolytic compounds’, schadelijke stoffen die niet in de natuur voorkomen. In wetenschappelijke kringen werd tot nu toe algemeen aangenomen, dat voedsel dat aan straling is blootgesteld niet meer van deze stoffen bevat dan voedsel dat op een conventionele manier is bereid, maar de bevindingen van dr. Hertel spreken dit tegen.

Analyse van het bloed van de deelnemers heeft ook tot de conclusie geleid, dat degenen die voedsel uit de magnetron aten, reden hadden om zich zorgen te maken over hun gezondheid. Aan de hand van bloedmonsters die elke morgen om 07.45 uur werden genomen, dat wil zeggen vijftien minuten na het ontbijt, en twee uur later opnieuw, werd vastgesteld, dat het niveau van zowel erytrocyten, hemoglobine, hematocriet als leukocyten bij deze mensen lager was dan normaal. Deze veranderingen komen overeen met het proces dat plaatsvindt bij mensen die een neiging hebben tot bloedarmoede. In de tweede maand van het onderzoek bleken de waarden over de gehele linie nog lager, en waren de resultaten statistisch meer significant. Tegelijkertijd namen de cholesterolniveaus in het bloed van de vrijwilligers evenredig toe.

Het ligt voor de hand dat publicatie van deze onderzoeksresultaten in 1992 in Zwitserland grote opschudding teweeg zou hebben gebracht. En dat fabrikanten van magnetrons, uit vrees voor financiële verliezen, er alles aan zouden doen om te voorkomen dat dit nieuws de consument zou bereiken. Dat zij hierin zijn geslaagd, is een triest voorbeeld van het ondergeschikte belang van het individu. Niet alleen dr. Hertel is hiervan het slachtoffer, de druk die op zijn compagnon professor Bernard Blanc van het Federal Institute of Technology werd uitgeoefend was zo groot, dat hij zich genoodzaakt zag om zich publiekelijk te distantiëren van het rapport dat zij samen hadden opgesteld. Tegenover dr. Hertel heeft professor Blanc in vertrouwen toegegeven dat hij vreesde voor de veiligheid van zijn gezin. (3) Ondanks de tegenwerking die dr. Hertel nog steeds ondervindt, zet hij het onderzoek voort. Zijn rapporten zijn voor het publiek buiten Zwitserland toegankelijk via zijn website en de post. (Voor het adres, zie voetnoten bij dit artikel.)

RUSSISCHE BAN OP MANGETRONS
Ook de Russen hebben na de Tweede Wereldoorlog met magnetrons geëxperimenteerd. Vanaf 1957 is het merendeel van het onderzoek uitgevoerd in het Institute of Radio Technology in Klinsk. Volgens de Amerikaanse onderzoeker William Kopp, die zoveel mogelijk resultaten van zowel Russisch als Duits onderzoek heeft verzameld – en die om die reden in eigen land is vervolgd (4) – hebben de Russische forensische teams de volgende effecten op de gezondheid geconstateerd:

Verhitting van kant-en-klare maaltijden voor de menselijke consumptie in een magnetronoven leidt tot:

  • De vorming van d-nitrosodiëthanolamine (een bekende kankerverwekkende stof),
  • Destabilisatie van actieve proteïnehoudende moleculaire bestanddelen,
  • Het ontstaan van verbindingen met radioactiviteit in de atmosfeer,
  • De creatie van kankerverwekkende stoffen in proteïnehydrolysaat-bestanddelen van melk en granen.
  • De stralingsemissie veroorzaakt veranderingen in het afbraakmechanisme van glucoside – en galactoside – tijdens het ontdooien van bevroren vruchten.
  • Tevens wordt het afbraakmechanisme van alkaloïden in rauwe, gekookte of bevroren groenten verstoord.
  • In bepaalde trace-mineral moleculaire formaties in plantaardige substanties, met name in rauwe wortelsoorten, vormen zich kankerverwekkende radicalen.
  • Als je voedsel uit de magnetron eet, treedt er een toename op van het aantal kankercellen in het bloed.
  • Als gevolg van chemische reacties in voedingsproducten wordt het lymfatisch systeem uit evenwicht gebracht, waardoor het immuunsysteem niet meer optimaal functioneert en het lichaam niet langer afdoende is beschermd tegen de ontwikkeling van kanker.
  • Als gevolg van destabilisatie van het afbraakmechanisme in voedingsproducten veranderen elementaire voedingsstoffen, met spijsverteringsstoornissen tot gevolg.
  • Uit de statistieken blijkt, dat kanker van maag en darmen vaker voorkomt bij mensen die regelmatig voedsel uit de magnetron eten. En dat er een algemene degeneratie van celweefsel optreedt, resulterend in een geleidelijke afbraak van het spijsverteringssysteem.
  • Van alle bestudeerde voedingsproducten bleek de voedingswaarde door verhitting in de magnetron aanmerkelijk af te nemen. Kenmerkend zijn: een vermindering van de natuurlijke voorziening van vitaminen van het B-complex, vitamine C, vitamine E, essentiële mineralen en lipotrofinen. 
  • Destructie van de voedingswaarde van nucleo-proteïnen in vleessoorten, verlaging van de metabolische activiteit van alkaloïden, glucosiden, galactosiden en nitrilosiden (alle essentiële plantaardige substanties in fruit en groente),
  • Een opvallende versnelling van de structurele desintegratie in alle voedingsproducten. (5)

Op grond van deze bevindingen zijn magnetronovens in 1976 in de Sovjet-Unie verboden, maar dit verbod is na de perestrojka weer opgeheven…!

RECENT ONDERZOEK:
Hoewel enkele van de genoemde bevindingen nog dienen te worden getoetst in controlestudies, heeft onderzoek in Engeland en de Verenigde Staten andere mogelijke gevaren van het gebruik van een magnetron aan het licht gebracht. In 1990 stelden twee wetenschappers van het Department of Medical Microbiology aan de University of Leeds vast, dat voedsel in een magnetron ongelijkmatig warm wordt. Zo ontdekten zij, dat zout in een portie gepureerde aardappelen de temperatuur in de substantie beïnvloedt, en dat de aardappelen minder warm worden naarmate je meer zout toevoegt.


De onderzoekers kwamen tot de conclusie, dat ‘de slechte penetratie van microgolven in testvoedsel dat veel zout bevat, het resultaat kan zijn van de inductie van elektrische of ionenbeweging aan het oppervlak van het voedsel. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het ontstaan van bobbels aan het oppervlak van kant-en-klare maaltijden die bestemd zijn voor de magnetron. En het feit dat het voedsel aan het oppervlak doorgaans kokendheet is, terwijl het binnenin nog koud kan zijn.’ (6)

In 1991 is een patiënt in een ziekenhuis in Tulsa, Oklahoma, overleden aan de gevolgen van anafylaxie, oftewel overgevoeligheid van het menselijk organisme tegen bepaalde stoffen, nadat hij een bloedtransfusie had ondergaan met bloed dat was opgewarmd in een magnetron. De stralingsenergie lijkt de samenstelling van het bloed op de een of andere manier te hebben veranderd, waardoor er overgevoeligheidreacties in het lichaam van de patiënt optraden, met de dood tot gevolg. (7) Twee jaar eerder, in augustus 1989, had onderzoek in opdracht van de Britse overheid al aangetoond, dat levensgevaarlijke bacteriën, zoals Listeria, het verhittingsproces van voedsel in de magnetron overleven, zelfs als de instructies nauwkeurig worden gevolgd. (8)

Als je restanten van een maaltijd bewaart en later opnieuw in de magnetron opwarmt, kan dat gevaarlijk zijn voor de gezondheid, zo blijkt uit ander Amerikaans onderzoek. Een uitbarsting van salmonella in 1992 bleek te zijn veroorzaakt, doordat bezoekers van een picknick overgebleven vlees mee naar huis hadden genomen. Van de in totaal dertig mensen hadden er tien het vlees in de magnetron opgewarmd. Allen liepen zij een Salmonella-infectie op, terwijl geen van de andere mensen, die het varkensvlees in een elektrische of gasoven hadden gedaan of een koekenpan hadden gebruikt, ziek werd. De conclusie van de onderzoekers luidt, dat de magnetron in vergelijking tot conventionele methoden om voedsel te verwarmen geen bescherming biedt tegen ziekte. (9)

Niet al het onderzoek naar het verhittingsproces van voedsel in de magnetron heeft echter bewijzen van schadelijke effecten voortgebracht. Dierproeven met het oog op mogelijke consequenties voor de samenstelling van het bloed, uitgevoerd door wetenschappers van een onderzoeksinstituut in Zeist, hebben niet tot de constatering van zorgwekkende veranderingen geleid (10). De vraag is echter, of de resultaten van proeven bij ratten kunnen worden geëxtrapoleerd naar mensen.


Pas op voor kunstmatige toevoegingen
Als je voedsel in een magnetron verhit, gaat veel van de kleur en smaak verloren. Dit gaat vooral op voor producten die deeg bevatten. Fabrikanten van kant-en-klare maaltijden hebben een oplossing van dit probleem gevonden in de vorm van kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen. Deze toevoegingen dienen er ook voor om de consument geen onderscheid meer te kunnen laten maken tussen voedsel uit de magnetron en maaltijden die op de conventionele manier zijn bereid.

Wil je meer over deze additieven weten, dan raden we je het boek ‘The Perils of Progress‘ van de Australische academici Ashton en Laura aan (11). Daarin kun je lezen: ‘Een voorbeeld van nieuwe technologie op het gebied van kunstmatige smaakontwikkeling zijn zogenaamde susceptors. Deze middelen, die dienen om het voedsel plaatselijk extra heet te laten worden, worden aan het verpakkingsmateriaal van voedingsproducten voor de magnetron gehecht. Dit leidt er bijvoorbeeld toe, dat het voedsel een bruine kleur krijgt, alsof het in een traditionele oven is gebakken. Enkele van de susceptors die voor 1992 zijn ontwikkeld, scheiden tijdens het verhittingsproces in de magnetron echter kleine hoeveelheden van een giftige chemische stof af, genaamd bisfenol-A-diglycidylether (BADGE). Deze stof is een bestanddeel van de kleefstof die wordt gebruikt om de susceptors aan het verpakkingsmateriaal te bevestigen.’

In 1992 heeft onderzoek naar chemische stoffen in 52 soorten pizza uitgewezen, dat de negen verschillende susceptors die in een merk werden gebruikt, BADGE-concentraties bevatten van 0,2 – 0,3%. Bij verhitting in de oven bleek deze stof in de pizza terecht te komen, ook al werden de instructies op de verpakking nauwkeurig gevolgd. (12)

Ander onderzoek heeft uitgewezen, dat uit susceptors in de verpakking van voedingsproducten voor de magnetron, zoals kant-en-klare pizza’s, voorgebakken friet en wafels, een groot aantal chemicaliën vrijkomt. In een studie werden 44 vluchtige chemicaliën geïdentificeerd, inclusief het kankerverwekkende benzeen. (13) Een andere giftige chemische stof in verpakkingsmateriaal die bij verhitting in de oven in het voedsel terechtkomt, is een component van de inkt op het bedrukte verpakkingskarton, namelijk benzofenon. (14)

Popcorn en graanproducten voor het ontbijt worden vaak verpakt in papieren zakken die met was zijn bestreken, om gemakkelijk in de magnetron te kunnen worden verwarmd. Uit recent onderzoek blijkt echter, dat zestig procent van de was in het voedsel terechtkomt, ook al volg je de instructies op de verpakking nauwkeurig (15). Ook het plastic folie, gemaakt van pvc, waarmee het voedsel in de magnetron wordt bedekt, blijkt tijdens verhitting schadelijke stoffen uit te scheiden. Zelfs in zulke grote concentraties, dat onderzoekers, op grond van een studie uit 1996, het gebruik van pvc verpakkingsmateriaal ten zeerste afraden. (16)

De boodschap is duidelijk. Verwarm geen voedsel in een magnetron, als dit niet strikt noodzakelijk is. En laat je niet misleiden door advertenties voor kant-en-klare maaltijden, de zogenaamde snelle oplossing voor wie geen zin of geen tijd heeft om te koken. Om optimaal te kunnen functioneren heeft je lichaam echter volwaardig voedsel nodig. Behandel je lichaam als een Rolls Royce – en niet als een afvalbak.

Simon Best
Simon Best is samensteller en eindredacteur van de driemaandelijks nieuwsbrief Electromagnetic Hazard & Therapy. SAE to Box 2039, Shoreham, W Sussex BN43 5JD, of kijk naar Internetsite http://www.perspective.co.uk e-mail: simon@best89.freeserve.co.uk

Kopieën van het onderzoeksrapport van dr. Hertel zijn verkrijgbaar bij:

The World Foundation of Natural Science / Box 632 / CH-3000 Bern / Zwitserland

Tel. 0041 33 438 11 58 / Fax 0041 33 437 48 16 en/of voor meer informatie verwijzen we naar de website: www.wffns.org

Bronnen/voetnoten:

1. J Nat Sci, 1998; 1: 2-7

2. Nexus, 1995; april-mei: 25-7

3. J Nat Sci, 1998; 1: 2-7

4. J Nat Sci, 1998; 1: 42-3

5. Perceptions, 1996; mei-juni: 30-3

6. Nature, 1990; 344: 496

7. J Nat Sci, 1998; 1: 2-7

8. Food Business, 1989; 20: 12

9. Am J Epidemiol, 1994; 139: 903-9

10. Food Chem Toxic, 1995; 33: 245-56

11. Zed Books, London, 1999

12. Food Additives and Contaminants, 1995; 1: 779-87

13. AOAC Int 1993; 76: 1268-75

14. Food Additives and Contaminants, 1994; 11: 231-40

15. Food Additives and Contaminants, 1994; 11: 79-89

16. AB Badeka, MG Kontominas, 1996; cited in Ashton and Laura, 1999, pagina 68

WAAR IS HET BEGONNEN?
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de magnetron voor het eerst gebruikt door de Duitsers. Volgens sommigen diende de oven om op een snelle en eenvoudige manier voedsel te kunnen bereiden in onderzeeboten. Anderen zeggen, dat het apparaat werd gebruikt voor de ondersteuning van mobiele operaties tijdens de invasie van de Sovjet-Unie. Hoe het ook zij, de magnetron bestaat ruim een halve eeuw.

Na de oorlog is de technologie mee teruggenomen naar de Verenigde Staten, waar deze is ontwikkeld. In 1952 werd de magnetron als huishoudelijk apparaat op de markt gebracht door de Raytheon Company. Tegelijk met de fastfood business won de magnetron snel terrein. Hij wordt al lang niet meer uitsluitend in de Verenigde Staten gefabriceerd. Geen enkele overheid, waar ook ter wereld, heeft echter onderzoek gelast naar de mogelijk schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Pas in de jaren zeventig zijn voor het eerst onderzoeksrapporten verschenen die de veiligheid van voedsel uit de magnetron in twijfel trekken. Histologische studies naar verhitting van broccoli en wortelen in de magnetron heeft uitgewezen, dat de moleculaire structuren van voedingsstoffen in dusdanige mate vervormden, dat de celwanden afbraken. Daarentegen bleven de celwanden in het conventionele verhittingsproces intact. (17)

17. J Food Sci, 1975; 40: 1025-9


HOE EEN MAGNETRON WERKT?
Voedsel wordt in een magnetronoven verwarmd door een magnetronbuis, een instrument dat een elektronenbundel uitstraalt die op hele hoge frequenties trillingen teweegbrengt, waardoor microgolven ontstaan. De frequentie voor de gemiddelde oven bedraagt 2,45 gigahertz (GHz), terwijl de output varieert van 400 tot 900 watt. De stroomvoorziening is ontworpen om een impuls van 4000 volt naar de magnetron te geven.

Bij een frequentie van 2,45 GHz neemt water het snelst elektromagnetische energie op, waardoor voedsel dat water bevat, snel wordt verhit. De moleculen in het voedsel worden gedwongen om zich aan te passen aan de snel wisselende velden en om hun as te roteren. Door de aanzienlijke intermoleculaire frictie ontstaat hitte.

De microgolven worden van de magnetron de oven ingestuurd, waar zij, in tegenstelling tot conventionele ovens, het voedsel van binnenuit verhitten. Tijdens dit proces kan het voedsel plaatselijk koud blijven – derhalve dient het voedsel voortdurend te roteren.

Volgens de huidige veiligheidsvoorschriften mag de oven hooguit 5 milliwatt per vierkante centimeter lekken, op een afstand van vijf centimeter van de ovendeur. Deze voorwaarde is gebaseerd op regels ten aanzien van microgolven, die ter discussie worden gesteld door mensen die menen dat non-thermale effecten van deze straling eveneens in aanmerking dienen te worden genomen – zoals in het geval van mobiele telefoons. De deur van de oven dient van tijd tot tijd nagekeken te worden om er zeker van te zijn dat deze geen gevaarlijke hoeveelheid straling lekt.


De bekende potplanttest, waarbij jonge stekjes worden bewaterd met gefilterd- en een ander potje met magnetronwater.. (klik voor artikel)

VERWARM GEEN MOEDER MELK IN EEN MAGNETRON!!!
Als je je baby de fles geeft en moedermelk afkolft, is het niet verstandig om deze melk in een magnetron te verwarmen of te ontdooien. Zelfs bij lage temperaturen – 20 tot 53 graden Celsius – zullen bestanddelen van de melk die het kind tegen infecties beschermen, hun waarde verliezen. (1) Dit blijkt uit een studie van de Stanford University in Californië. Bij temperaturen hoger dan 72 graden, zo is vastgesteld, worden de beschermende bestanddelen in de melk grotendeels afgebroken. De onderzoekers raden het verwarmen van moedermelk in een magnetron, zelfs bij lage temperaturen, ten zeerste af en hebben een negatief advies uitgebracht aan ziekenhuizen waar dit een alledaagse praktijk is.

Een andere, in Wenen uitgevoerde studie heeft uitgewezen, dat het verhitten van voedsel in de magnetron tot een grote mate van verandering van proteïnen in voedsel leidt, een proces dat niet is waargenomen bij conventionele voedselbereiding. In babyvoeding zijn na verhitting in de magnetron significante hoeveelheden van D-proline en cis-D-hydroxyproline gevonden, terwijl in biologische producten normaliter uitsluitend L-proline wordt aangetroffen. (L staat voor laevo, linksdraaiend, D voor dextro, rechtsdraaien, refererend aan de richting waarin elektronen roteren ten opzichte van het vlak van optische polarisatie.)

De onderzoekers van Stanford waarschuwen dat ‘de conversie van trans- naar cis- gevaarlijk zou kunnen zijn, omdat wanneer cisaminozuren worden verenigd met peptiden en proteïnen, in plaats van met hun transisomeren, dit tot structurele, functionele en immunologische veranderingen kan leiden.’

Ander onderzoek heeft eveneens uitgewezen, dat het verwarmen van babyvoeding in de magnetron tot moleculaire veranderingen kan leiden in de aminozuren in melkproteïnen, waardoor niet alleen giftige stoffen kunnen ontstaan, maar ook de voedingswaarde van de melk daalt. De hoeveelheid proteïnen die veranderden was evenwel klein. (3)

18. Pediatrics, 1992; 89: 667-9

19. The Lancet, 1989; 9: 1392-3

20. J Am Coll Nutr, 1994; 13: 209-10

Hoe je jezelf tegen straling kunt beschermen

Als je een magnetron moet blijven gebruiken:

• Laat de oven dan regelmatig op lekkage controleren. Het belangrijkste aandachtspunt is de deur, die goed dient te sluiten.

• Doe de deur nooit open als de oven aanstaat.

• Blijf op minimaal een meter afstand van de oven wanneer deze in gebruik is om het cumulatieve effect van straling te vermijden. Dit is in het bijzonder van belang voor kinderen. Als je aan microgolven wordt blootgesteld, loopt met name de lens van het oog gevaar, omdat de energie op geen enkele manier kan worden afgeleid.

• Verhit geen diepvriesproducten en kant-en-klare maaltijden, met name als dit voedsel in de verpakking dient te worden opgewarmd.

• Gebruik bakjes die niet van pvc zijn gemaakt.

• Ontmoedig je kinderen om voedsel uit de magnetron te eten en wijs hen op het stralingsgevaar.

• Wees ervan bewust dat in de meeste restaurants gebruik wordt gemaakt van grote commerciële magnetronovens. Voor het personeel vormen deze ovens een nog groter risico, en degenen die ze gebruiken, zouden hiervoor moeten worden gewaarschuwd.

woensdag 26 november 2014

van hoeveel GI waarde ben jij?

het nuttigen van koolhydraten, zoals suiker en koffie is nep energy?
daarnaast zorgen koolhydraten ervoor dat het veel te snel en exorbitant gestegen bloedsuikerspiegel, heel snel onder het normale en dus gewenst niveau komt te zitten?



insuline -zink(t)- stijgt

zoete tussendoortjes zorgen ervoor dat de insuline daalt?
en een aanleiding voor zink te kort?

maandag 24 november 2014

vitamine B1

Vitamine B1 (thiamine) maakt onderdeel uit van het vitamine B-complex. Vroeger dacht men dat er maar één vitamine B was. Later bleek vitamine B uit meerdere afzonderlijke vitamines te bestaan.
B-vitamines zijn water oplosbare vitamines.
Vitamine B1 zorgt voor de verbranding van koolhydraten uit ons voedsel, waardoor we energie krijgen. Daarnaast speelt het ook een rol in het zenuwstelsel en bij het functioneren van het hart. In geactiveerde (co-enzym) vorm speelt het een belangrijke rol bij de afbraak van glucose tot energie.



Vitamine B1 is een belangrijk component om je lichaam goed te kunnen laten functioneren. Doordat vitamine B koolhydraten omzet in energie, zorgt het ervoor dat je hersenen, zenuwen en spieren goed kunnen werken. Als je een tekort aan vitamine B1 hebt, dan kan dit tot ernstige problemen leiden waaronder blijvende schade aan het zenuwstelsel. Een ernstig gebrek aan vitamine B wordt ook wel beri-beri genoemd.

Vitamine B1 kan niet zelf door je lichaam worden aangemaakt. Je moet dus vitamine B1 binnenkrijgen via voedsel. Vitamine B1 komt met name voor in:
  • Vlees.
  • Groenten.
  • Noten.
  • Gist.
  • Graanproducten.

Een vitamine B1 tekort ontstaat doordat je lichaam te weinig vitamine B1 kan opnemen uit de bovenstaande producten of omdat je te weinig vitamine B1-houdend voedsel eet.

Over het algemeen hebben zware alcohol drinkers een grotere kans op een vitamine B1-tekort, omdat zij vaak eenzijdig eten. Daarnaast hebben ze waarschijnlijk meer vitamine B1 nodig, omdat ze veel alcohol drinken. Ook zwangere vrouwen die veel braken en mensen met bepaalde chronische (darm)aandoeningen hebben een grotere kans op een vitamine B1-tekort.

Een tekort aan vitamine B1 is vooral van invloed op het maagdarmstelsel, zenuwstelsel en hart- en vaatstelsel. De gevolgen aan het maagdarmstelsel zijn aan onderstaande symptomen herkenbaar:
  • Misselijkheid
  • Gebrek aan eetlust
  • Gewichtsverlies
Problemen aan het hartvaatstelsel zijn te herkennen aan:
  • Hartzwakte
  • Benauwdheid
  • Vochtophoping in de enkels (oedeem) 

Als je zenuwstelsel is aangetast door een gebrek aan vitamine B1, zijn dit de volgende klachten:
  • Gevoelloosheid of vreemde gevoelswaarnemingen in je armen en benen
  • Verminderde reflexen.
  • Spierzwakte
  • Psychische stoornissen als depressiviteit, concentratieproblemen en geheugenstoornissen
Een ernstig vitamine B1-tekort kan uiteindelijk het syndroom van Wernicke of het Korsakoff syndroom tot gevolg hebben.

B-vitamines een belangrijke bijdrage leveren aan sterke nagels en gezond glanzend haar.


donderdag 20 november 2014

vitaminen B12 tekort

Klachten van een vitamine B12-tekort

Vitamine B12 is essentieel voor met name de gezondheid van het zenuwstelsel, het immuunsysteem, het maag-darmstelsel en het hematologisch (bloed en lymfe) systeem. Een tekort kan daardoor een breed scala aan klachten geven. De meeste klachten variëren in ernst en kunnen al optreden ruim voordat er bijvoorbeeld sprake is van anemie (bloedarmoede).



Onderstaande verdeling geeft een breed overzicht van klachten die te maken kunnen hebben met een tekort aan vitamine B12.
De reden van de ontstane tekorten kunnen zijn: voeding (veganistisch), stress, fysieke afwijking (het niet kunnen opnemen van B12) door een auto-immuun ziekte/verstoring in het hematologisch systeem.


Neurologisch klachten:
  • Tintelingen, doof gevoel, brandend gevoel in armen, benen, handen en/of voeten, zenuwpijn, op “watten” lopen, uitvalsverschijnselen
  • Concentratiestoornissen, geheugenproblemen
  • Afasie: niet op de juiste woorden kunnen komen, verkeerde woorden gebruiken, verspreken
  • Ataxie: onverklaarbaar vallen, of ergens tegen aan lopen, verlies van positiegevoel, dingen omgooien, struikelen, moeilijk lopen
  • Verminderde pijnbeleving, fijne motoriek, reuk en smaak
Psychisch klachten 
  • Depressie, nervositeit, geïrriteerdheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, gedragsveranderingen, apathie
  • Dementie, verwardheid
  • Psychose, paranoia, hallucinaties
Overig klachten:

  • Spierpijn en krachtsverlies
  • Ontstoken tong, branderige, pijnlijke of prikkelende tong, gevoelige mond
  • Vermoeidheid, slaperigheid, zwakte
  • Misselijkheid, verlies van eetlust, gewichtsverlies
  • Menstruatieklachten, zoals uitblijven menstruatie of hevige menstruatie.
  • Gewrichtsklachten
  • Kortademigheid, hartkloppingen
  • Duizeligheid
  • Bleke huid
  • Het koud hebben
  • Impotentie
  • Onvruchtbaarheid
  • Haaruitval
  • Veranderingen in het zicht, zoals wazig zien
  • Darmklachten
  • Incontinentie en/of vaak plassen
  • Hoofdpijn
  • Abnormale reflexen
  • Spierkrampen
  • Oorsuizen

dinsdag 18 november 2014

een mooie teint

glycatie zorgt voor mooi bruine vlekken op je huid, en biedt jou op die manier bescherming tegen de felle zon?

geheugen

bij een hoge bloedsuikerspiegel en het eten van vette maaltijden is anderhalf uur sprake van een slecht geheugen?


wortel

100 gram gekookte wortel, laat het bloedsuikerspiegel ruim 5 keer zo snel stijgen als rauwe wortels?


zondag 26 oktober 2014

nutriëntendichtheid

Nutriëntendichtheid is de hoeveelheid essentiële voedingsstoffen dat een levensmiddel bevat.


Waarom zouden groenten, fruit, graanproducten, zuivel, vlees en vetten een prominente plaats in onze voedsel keten moeten hebben? Omdat ze belangrijke leveranciers zijn van voedingsstoffen als vitamines, mineralen, eiwitten, essentiële vetzuren en vezels. Ofwel: deze basisvoedingsmiddelen hebben een hoge nutriëntendichtheid. Dit in tegenstelling tot snacks, koek, snoep, gebak en sauzen. Die leveren vaak relatief weinig essentiële voedingsstoffen, maar wel veel energie in de vorm van toegevoegde suikers en vet. Dat maakt de energiedichtheid hoog, maar de nutriëntendichtheid laag.

Voedingsmiddelen hebben een hoge nutriëntendichtheid als ze een substantiële bijdrage leveren aan de vitamine- en mineralenvoorziening en tegelijkertijd relatief weinig calorieën leveren.

Het is dus raadzaam en absoluut aanbevolen om vaker te kiezen voor voedingsmiddelen met een hoge nutriëntendichtheid. Dit om te voorkomen dat voeding te energierijk en te arm aan nutriënten wordt.

Het concept nutriëntendichtheid staat momenteel volop in de belangstelling van wetenschappers, deskundigen en beleidsmakers. Dat komt omdat er steeds meer behoefte is om objectief vast te stellen hoe gezond of ongezond individuele voedingsmiddelen of productgroepen zijn. Soms ligt daarbij de nadruk op vermindering van de inname van ongezonde voedingsstoffen zoals verzadigd, onverzadigd vet en zout. Gelukkig wordt steeds vaker gekeken naar de aanwezigheid van gezonde voedingsstoffen als calcium, eiwit, vezels, vitamines en andere mineralen. Een voorbeeld daarvan is de “Nutriënt Rich Food" (NRF) index.

De Nutrient Rich Food (NRF) index van een voedingsmiddel wordt berekend aan de hand van de procentuele bijdrage van 100 kcal van dat voedingsmiddel aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van in totaal 13 voedingsstoffen; 9 aan te moedigen voedingsstoffen (eiwit, vezels, vitamine A, C, E, calcium, kalium, magnesium en ijzer) en 3 te beperken voedingsstoffen ((on)verzadigd vet, toegevoegde suikers en natrium).

Het ANDI index = Aggregate Nutrient Density Index (ANDI) is een index die wij ook kunnen gebruiken om gezonder te eten. Het is een score lijst van 1 op 1000 op basis van hun nutrienten inhoud. De scores zijn gebaseerd op basis van calculaties, die de hoeveelheid aangeeft van aanwezige micronutrienten, inclusief vitamines, mineralen. fytonutrienten en antioxidanten.

Onze voeding van tegenwoordig, en met name de geraffineerde producten zoals: granen, suikers, soepen, sauzen, koek, snoep en frisdranken schieten dramatisch tekort.

Groenten en fruit vallen zeker onder de noemer beter en gezonder eten, maar moet gezegd worden, voldoen helaas ook niet helemaal meer aan de gestelde voedingswaarden, ivm verbouwen in kassen op glaswol, in de volle maar veel te schrale grond, te snelle oogsten, lange transporten, te lang bewaren en verkeerde kook/bak technieken.

Hoogwaardige voeding, zoals superfoods, voedingscapsules zoals Juice Plus+ of andere vormen van hoogwaardige voedingssupplementen zijn een antwoord op de tekorten die op termijn in ons lichaam gaan ontstaan met alle gevolgen van dien.
Let wel het is niet alleen het gebrek aan bepaalde mineralen, vitaminen, vetten of eiwitten die ons ziek maken, maar ook het overdadig nuttigen van toxische stoffen zoals aspartaam en genetisch gemanipuleerd voedsel als wel het te veel nuttigen van geraffineerde, lege en holle voedingsproducten.

thinkfood-thinktwice

dinsdag 21 oktober 2014

Magnesium te kort ?

Magnesium is een mineraal dat nodig is voor de bot opbouw, opbouw van lichaamseiwit, de overdracht van prikkels in spieren en in zenuwbanen en van belang voor het goed functioneren (strekken en samentrekken) van spieren, zoals de hartspier. Magnesium is nodig voor een goede werking van een groot aantal enzymen in de lichaamscellen en heeft een belangrijke rol in het metabolisme oftewel enzymreacties.

Magnesium zit in brood en graanproducten, groente, melk en melkproducten en vlees.




Algemene symptomen van magnesium te kort kunnen onder meer zijn:

  • verstijfde, verharde en verkrampte spieren
  • gespannen zenuwen
  • snel en chronisch vermoeid
  • overspannenheid
  • uitputtingsverschijnselen
  • onrust, futloosheid en a-vitaliteit
  • prikkelbaarheid
  • kouwelijkheid ten gevolge van slechte doorbloeding

Meer specifieke symptomen van magnesium te kort zijn onder meer:
  • hoofdpijn (drukkend/bonzend)
  • migraine
  • menstruatieklachten
  • slaapstoornissen, meestal met nare dromen
  • overgevoelig voor lawaai en (fel) licht
  • depressies, angsten en fobieen
  • hartkloppingen en pijnuitstraling rond de hartstreek
  • diverse allergische reacties
  • darmkrampen
  • hyperactiviteit
voedingsmiddelen die rijk zijn aan magnesium:
  • Cacaopoeder, chocoladerepen, melkchocolade
  • Gekookte alikruiken
  • Cashewnoten, amandelen, pinda's, walnoten, hazelnoten
  • Gekookte spruitjes, postelein, gekookte zuring, spinazie, snijbietblad, kidneybonen, rucula, kikkererwten, witte bonen, linzen, artisjok, zwarte bonen.
  • Volkorenbrood
  • Gedroogde vijgen, gedroogde dadels, 
  • Gedroogde abrikozen, comté (kaas)
  • Tonijn, makreel
  • Gekookte rode kidneybonen, rucola, gekookte spinazie, 
  • Parmezaanse kaas, emmentaler,
  • Zilvervliesrijst
  • Peterselie, paardenbloem, kastanjes, rauwe rammenas, kardoen, gekookte linzen
  • Aardappels


woensdag 15 oktober 2014

broccoli een wondergroente?

www: Autist heeft baat bij stofje uit broccoli



Laten we wel wezen, broccoli is gezond. Goede groente en fruit leveren heel veel lichaam noodzakelijke voedingstoffen op. Als we ziek zijn dan hebben we een gebrek, en dat gebrek, los van wat het is moet aangevuld worden en goede voeding is daar voor bedoelt. 

Het is mooi om te weten of bepaalde groenten ergens specifiek een extra aanvulling kunnen zijn in de verstoring die wij als mens ondervinden en wat zich uit in klachten. Stoffen die in voeding zitten hebben wij nodig om gezond te blijven. 

Er kunnen een aantal redenen ten grondslag liggen aan waarom wij ziek worden. Eerlijk onderzoek zal altijd uitwijzen dat het komt door of directe te korten of een verstoring in ons systeem die dit tekort veroorzaakt. 

De pakjes lege "voedings" producten die in de supermarkt op de plank liggen, zijn met name van die grote boosdoeners. Als we ons verlaten op dit soort leeg, hol en ronduit slechte producten zoals de maggi, knorr en unox om maar eens een paar merken te noemen, als we vertrouwen op de margarine's, die voor het lichaam uiteindelijk een aanslag zijn, omdat we te maken hebben met een rest product van een thermisch en chemisch bewerkt product, als we geraffineerde suikers, geraffineerde granen en aanverwante producten die ook nog eens genetisch gemanipuleerd zijn tot ons nemen, dan zijn we wel heel erg de weg kwijt tav wie wij zijn van nature.

Je bent wat je eet, maar me moeten eten wat we zijn. Eten wat de pot, lees moeder natuur, schaft is wat we nodig hebben en niet wat in een grote chemische fabriek in elkaar is geknutseld en met veel zout en suiker acceptabel met zelfs een verslavend effect voor ons gemaakt is. 

De wetenschap spot met de natuur, spot met het DNA van alles wat leeft en wij nuttigen het als makke schapen die zonder na te denken, net zo makkelijk mee lopen naar de slachtbank van de voedsel en waren autoriteit en de farmaceutische industrie.

Broccoli is geen wonder middel in het wereldje van gezonde voeding, in het wereldje van groenten.
Het is een super gezond cadeautje van moeder aarde met als Bron, onze Schepper die alles gemaakt heeft zodat wij het goede van het land zullen eten. Als Broccoli een wonder product is, als het superfood is dan zegt dat heel veel van al die troep die op de planken van de "buurt super" ligt.

Je bent wat je eet, als je te weinig krijgt van de echte schatten van de aarde, dan uit zich dat in westerse degeneratieve ziekten, zoals Autisme, Kanker, Parkinson, Reuma etc... Als je verstandig bent investeer je in jezelf, in je eigen gezondheid. Je kunt ook investeren in je auto, maar als je tenslotte te ziek bent om er in te kunnen rijden wat voor nut heeft dan die veel te duur betaalde auto, die je misschien we gefinancierd hebt, met het eten van goedkoop leeg voer. Dan wordt de auto en je gezondheid, alsnog duur betaald, en geloof me, er is altijd een lachende partij. 

maandag 13 oktober 2014

chocolade is slecht

Chocolade kent niet alleen voordelen, maar ook nadelen. Hierbij de negatieve voedingskundige eigenschappen van chocolade:


  • Vooral melkchocolade en witte chocolade bevatten veel suiker. Van suikers word je dik en het is slecht voor je tanden.
  • Voornamelijk witte chocolade – maar ook melkchocolade – bevat grote hoeveelheden cacaoboter (theobromineolie). Cacaoboter bevat zowel verzadigde als onverzadigde vetzuren.
  • Chocolade bevat melk, suiker en vet. Deze combinatie is in bepaalde samenstellingen slecht verteerbaar door het menselijk gestel.
  • Chocolade is erg calorierijk. Sommige chocoladesoorten bevatten tot ruim 600 kilocalorieën per 100 gram. Chocolade maakt dus dik en dient met mate te worden gegeten.
  • Chocolade bevat tannine (looizuur). Tannine bindt zich aan ijzer en eiwitten wat ten koste gaat van bacteriën en voornamelijk ook van onze darmflora (goede bacteriën). Daarnaast verkleurt tannine de tanden.
  • Chocolade bevat oxaalzuur dat zich bindt aan calcium. Hierdoor wordt dit mineraal slecht opgenomen door het lichaam. Een mineralenrover dus.
  • Chocolade is slecht voor reumapatiënten.
  • Chocolade bevat theobromine dat indirect DNA kan beschadigen.
  • Chocolade werkt licht verslavend door de combinatie van onder meer: theobromine, anandamide, cafeïne, tryptofaan, theophylline, ocotpramine, ethylamine en isobutylamine.
  • Chocolade is erg belastend voor de lever.

Conclusie:
Chocolade heeft wel degelijk goede eigenschappen, maar moet worden gezien als genotmiddel. Veel chocolade eten maakt je dik, dus wanneer je wilt afvallen is chocolade een afrader. Dankzij de vele slechte eigenschappen dient chocolade met mate te worden gegeten en bij voorkeur in de vorm van “pure” chocolade.

maandag 6 oktober 2014

vitamine A

Vitamine A (retinol), een in vet oplosbare vitamine, is betrokken bij de weerstand. Het wordt daarom ook wel de anti-infectie vitamine genoemd. Daarnaast speelt het een rol bij de groei, het gezichtsvermogen en de gezondheid van huid en tandvlees. Voor zwangere vrouwen is vitamine A een aandachtspunt.



Bronnen voor vitamine A:Vlees maar ook groenten en fruit bevatten beta caroteen  een voorloper van vitamine A. Daarnaast wordt er in Nederland vitamine A toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten, die van een zeer slechte kwaliteit zijn en alleen maar ballast stoffen zijn voor de lever en de nieren. Komt bij dat bij het maken van margarines uit goedkope plantaardige oliën wordt vervaardigt, wat weer als afvalstof transvet produceert en heel slecht is voor hart en bloedvaten.

groente:
wortelen, spinazie, broccoli, watermeloen, abrikoos
dierlijk:
leverworst, gekookt ei, kaas, boter, halfvolle melk

Hoeveel hebben we nodig per dag?
Volwassen mannen hebben per dag 900 microgram vitamine A nodig. Dit komt ongeveer overeen met drie sneetjes brood met leverpastei. Vrouwen in deze leeftijdscategorie hebben 700 microgram per dag nodig. De aanbeveling voor vitamine A is tijdens de zwangerschap verhoogd van 700 naar 800 microgram per dag.

Wat is veilig?
De Gezondheidsraad heeft de veilige bovengrens voor vitamine A vastgesteld op 3000 microgram per dag.

Wat zijn de eventuele gevolgen van een teveel aan vitamine A?Te veel vitamine A kan leiden tot 'hypervitaminose A' (van het Griekse 'hyper' = te veel). Symptomen zijn onder meer gebrek aan eetlust, verminderd gezichtsvermogen, hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid, duizeligheid, spierpijn, oogafwijkingen, haarverlies en/of roodheid en schilferen van de huid. Een langdurige overdosering van vitamine A kan ontstaan als je gedurende een langere tijd meer dan 3000 microgram/dag gebruikt. Dit staat gelijk aan het eten van meer dan negen sneetjes brood met leverpastei per dag. Tijdens de zwangerschap kan een teveel aan vitamine A bij daarvoor gevoelige personen de vrucht beschadigen. Daarom wordt het gebruik van lever tijdens de zwangerschap afgeraden. Lever bevat per 100 gram namelijk al 11.000 microgram vitamine A, ver boven de veilige bovengrens van 3000 microgram per dag.
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine A?

Voordat er sprake is van een vitamine A-tekort moet iemand gedurende een langere tijd geen tot weinig voedingsmiddelen hebben gegeten die vitamine A of bèta-caroteen (dat door het lichaam kan worden omgezet in vitamine A) bevatten. Dit zou makkelijk kunnen plaatsvinden binnen ons huidig westerse voedingsgewoonten, zoals het eten van heel of halffabricaten, (pakjes en blik voer) en eten wat in de magnetron wordt bereid is ook een grote ziekte veroorzaker. 

Voldoende vitamine A zorgt voor een goede weerstand en bij een te lage inname hiervan zal de weerstand dan ook verminderen. Daarnaast kan een tekort een droge en schilferige huid en dof haar veroorzaken.

Bij een chronisch vitamine A-tekort ontstaat er een storing in het gezichtsvermogen, zoals nachtblindheid. Dit kan overgaan in totale blindheid, door een ziekte die xeroftalmie wordt genoemd. Deze ziekte komt vooral voor in ontwikkelingslanden, waar een vitamine A-tekort de voornaamste oorzaak van blindheid is.


Symptomen van vitamine A-tekort
De belangrijkste symptomen van een vitamine A-tekort zijn:
Nachtblindheid, eventueel met blindheid tot gevolg.
droge huid met schilferingen.
Dof haar.
Een verminderde afweer
Een slecht gebit.
Groeistoornissen.
Atrofie (afname van weefsel- of orgaanmassa) van epitheelweefsel waardoor gemakkelijk infecties ontstaan (luchtweginfecties en nierinfecties), waardoor blindheid (xeroftalmie) kan ontstaan.


woensdag 27 augustus 2014

wie ben ik

Hier een stukje uit mijn leven, een stukje wie ben ik.
Ik ben Theo Loevering, woonachtig in Enschede, verliefd, verloofd, en getrouwd met een bijzonder lieve, intelligente, warme, kwetsbare maar zeker ook sterke vrouw en natuurlijk ben ik ook papa van maar liefst vier bijzondere, mooie en unieke kinderen, twee jongens en twee meisjes in de leeftijd van 5 tot 20 jaar.

en wie niet!!!

Na bijna 10 jaar in de keuken te hebben gewerkt van medewerker schoonmaak/logistiek tot voorman keukenhygiëne/logistiek en toen door als kok werd ik na een reorganisatie boventallig verklaard en moest ik noodgedwongen uitwijken naar een hele andere tak van sport. Om toch brood op de plank te krijgen ben ik de veiligheidsbranche in gegaan, waar ik 1 ½ jaar heb gewerkt als leiding werkplekbeveiliger langs het spoor voor ProRail.

Na die 1 ½ jaar werd ik in 1999 ingelijfd in de Telfort organisatie als Projectleider Ondergrondse Infra.
Als Projectleider heb ik 14 jaar in de ICT wereld vertoefd, gewerkt maar met name ook best veel, veel te veel gestressed. Werken, werken en nog eens werken en compleet voorbij gaan aan waar mijn hart naar uitging, wat ik echt wilde doen, wat mijn eerlijke en oprechte doelstellingen waren voor het leven.

Meer dan een 2 jaar geleden is mijn oude passie voeding weer gaan opleven, waardoor ik anders ben gaan eten, ben zelf ook weer veel meer gaan koken, bewuster met voeding om gegaan waardoor ik mij vooral ben gaan richten op voeding en gezondheid. Wat voor mij persoonlijk resulteerde in minder klachten, en meer energie. Eureka!!!!! zou je wel mogen zeggen:-)!

Afgelopen jaar heb ik mijn studie als voedingstherapeut afgerond met als doel deze expertise in te gaan zetten voor mensen die opzoek zijn naar kwaliteit van leven door met name bewuster te kiezen voor eerlijke voeding.

De term: je bent wat je eet, heeft mij dan ook al meer dan 25 jaar bezig gehouden en ben mede hierdoor op het punt aangekomen dat ik niet wil zijn wat ik eet, maar dat ik eten wil wat ik ben.
Dit vraagt een hele andere manier van kijken naar voeding, omdat het begint met kijken naar jezelf, wie jij bent en wat voeding doet met het menselijk lichaam.
Vanuit het verpleeghuis waar ik toen werkte was ik eigenlijk vooral bezig om de mensen te voeden vanuit het idealisme zorg, en natuurlijk met zo eerlijk mogelijk eten, althans daar ging ik vanuit.

Vandaag de dag kijk ik naar wat er mis is met het eten, en vooral wat ik mis in mijn eten of juist door mijn eten, waardoor klachten tot stand komen en wat ik met voeding kan doen om daar verbetering in aan te brengen.

Momenteel ben ik bezig met een vervolg studie om mijn kennis als voormalig kok en mijn opgedane kennis als voedingstherapeut te completeren. Dit doe ik dmv de studie orthomoleculaire voeding. Met deze studie wil ik nog dieper bij de kern komen van ons voedingsbestaan en van ons voedingspatroon. Ik wil graag op een professionele, positieve en effectieve manier in kunnen grijpen en invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van leven.

Iedereen om mij heen die ik spreek heeft klachten van lichamelijk en psychische aard en de link met eten wordt bijna nooit gelegd, en daar wil ik graag verandering in aanbrengen.
Je bent nl echt wat je eet en ik wil jou graag helpen te komen op het punt dat je eet wat je bent.
Een mens, een lichaam, een psyche met een rijke behoefte aan eerlijke gezonde voeding en gezonde verzorging, mede door een goede nachtrust en goede beweging.

Voeding: die niet alleen vult, maar vooral voorziet in jouw echte behoefte.
Verzorging: omdat het verder gaat dan alleen maar eten, het lichaam vraagt meer dan dat.

Goed eten, goed bewegen en goed slapen, deze drie eenheid draagt bij aan een aangenaam en echt rijk leven met voeding voor mij als hoofddoel.
Als Tai Chi Quan en Qigong leraar kan ik indien gewenst ook een mooie bijdrage leveren aan goed en gezond bewegen voor jong en voor heel oud, dit geldt ook voor beter slapen.

Hier ligt mijn passie, hier ligt mijn expertise, en hier ligt mijn focus en heb mij daarom als doel gesteld voor mijzelf en voor jou, om verbetering aan te brengen in jouw levensstijl, voor een vitalere jij en een vitalere maatschappij.


"wees jezelf er zijn al zoveel anderen"

behandelplan

Inventariseren:
Inventariseren helpt je om een overzicht te krijgen van de do's en de dont's, het in kaart brengen van hoe jouw dagelijks voedingspatroon eruit ziet, maar ook serieus stil te staan bij je hoeveelheid aan beweging en niet te vergeten je slaap en waakritme.
In de meeste gevallen is het zeer nuttig om te beginnen met alles in kaart te gaan brengen van wat je eet, wat je niet eet, wanneer je eet, en misschien niet onbelangrijk waarom je eet wat je eet, en wat de daarbij behorende klachten zijn tijdens of direct na het eten en wellicht zelfs ook een aantal dagen na het eten nog.

Reinigingskuren of eliminatie kuren, zijn voor de meeste mensen een belangrijk onderdeel van een  behandel traject, aanvankelijk van je conditie en jouw dagindeling is het raadzaam te bepalen wat voor jou het de best werkbare methode zal zijn.


Voedingsmiddelen:
Op basis van wat jij eet en misschien zelfs wel wat jij niet eet, kan er tijdens een eerste consult vaak al heel nuttig en werkbaar, maar ook merkbaar advies geven worden. Bijvoorbeeld wat je absoluut per direct het beste kunt laten staan, wat je dus niet, minder of veel minder moet eten of drinken en wat je juist wel en in meerdere mate moet eten en drinken.

Vragen & Opmerkingen:
Van jouw kant kun je d.m.v. vragen en opmerkingen heel erg meehelpen tot het komen van een mooi doel: Meer Energie & Minder Klachten, wat resulteert in beter slapen, beter functioneren, beter bewegen, al met al lekkerder in je vel zitten.

Supplementen:
Aangezien het dagelijks eten wat wij tot ons nemen niet meer voldoet aan de juiste hoeveelheid voedingswaarde zal een aanvulling op de voeding vaak noodzakelijk zijn. Al was het maar om het verlies wat jij door de jaren heen hebt opgelopen in te lopen en aan te vullen.
Hoogwaardige suppletie wat tot de complementaire voeding behoort kan er geweldig toe bijdrage dat je sneller weer beter, gezonder en vitaler bent.

Vervolgconsult:
Nazorg in de vorm van een vervolg consult draagt zeker bij aan het optimaliseren van kwaliteit van leven. Dit zal mij helpen met meer gedetailleerd advies te kunnen komen hoe verder te gaan, wat een positieve verandering teweeg brengt in jouw eetpatroon en wellicht ook in jouw dag indeling. Dit helpt enorm helpt om meer tot de detail te komen, het zal jou helpen om gerichter, met meer energie en met minder klachten door het leven te gaan. We noemen dit ook wel win win.

Algemeen:
Hoewel je een aantal maanden tot een jaar onderweg bent om een blijvende en stabiele verbetering te mogen ervaren zal bij de meeste mensen binnen een aantal weken een positief effect optreden, wat onverlet laat dan een bepaalde klacht best tijdelijk toe zou kunnen nemen omdat jouw lichaam zich natuurlijk het liefst vasthoudt aan het oude vertrouwde. Niet alleen hersenen, (die overigens uit giga veel cellen bestaan) hebben een geheugen, maar iedere cel in je lijf heeft dat. Dit kan aanleiding zijn tot verzet, weerstand tegen verandering. Dit uit zich dan zo nu en dan in het licht toenemen van bepaalde klachten of het bij komen van ander soort klachten. Zie het als spierpijn na een flinke training. Spierpijn had je daarvoor niet, en je ontdekt door de spierpijn ineens spieren waarvan je het bestaan iet eens wist.

Een allergische reactie op een bepaald voedingsmiddel of een combinatie van bepaalde voedingsmiddelen die je altijd al hebt gehad en al een hele tijd niet meer waar hebt genomen door gewenning, kan soms best tijdelijk een versterkte reactie geven, zowel mentaal als fysiek, laten we het een verbeterde alertheid noemen van lichaam en ziel.

Het uiteindelijk verbeterde resultaat is er dan ook naar. Het verschil is uw verdienste.

"wees preventief, anders wordt het curatief"

visie

Mijn visie is een gezonde geest in een gezond lijf voor een gezonde en vitale maatschappij.



----->Door: beter, bewuster en gezonder eten

----->Door: beter, bewuster en vaker bewegen

----->Door: beter, gezonder en op tijd slapen

----->Door: investeren in jezelf = investeren in jouw toekomst = investeren in de maatschappij

----->Door: vermijden van, niet investeren = stilstand = achteruitgang = fataal = niet vitaal


"achteruitgang is fataal, vooruitgang is vitaal"

missie

Mijn missie is om jou kwaliteit van leven te bieden, door beter en gezonder eten.
Gezonder eten leidt tot een gezond lichaam en een gezonde geest.
Een gezond lichaam en een gezonde geest, leidt tot een kwalitatief beter leven. Hoe?
Door middel van een behandelplan op maat. Ieder mens is uniek en toch eten we allemaal hetzelfde, maar wat bij de één goed verdragen wordt, kan bij de ander wel eens leiden tot vervelende lichamelijke en psychische reacties. Zoals:



Een opgeblazen gevoel: omdat je via bewerkte voeding in aanraking kom met toevoegingen die slecht voor jou zijn.
Vermoeidheid: omdat je producten eet die energie vragen ipv energie geven.
Huidproblemen: door tekorten in de voeding, die zorgen voor tekorten in uw lijf, die jouw hormoon balans of vetmetabolisme in de war stuurt.
Concentratiestoornis: omdat je op verkeerde momenten eet.
Opgejaagd gevoel: je eet misschien te kort achter elkaar en je eten is te verrijkt met te veel koolhydraten.


Informatie: vraag vrijblijvend naar de mogelijkheden, ik help je graag verder een goede voedingsweg in te slaan en die vooral ook te blijven volgen.


"je bent wat je eet, eet liever wat je van oorsprong bent"

vrijdag 6 juni 2014

blikvoer? :-(

1. Tomaten uit Blik - erg ongezond

Gepelde tomaten, tomatenblokjes, passata, tomatenpuree, ... er zijn heel wat variaties van tomaten verkrijgbaar in blik.
Expert: Fredrick vom Saal, PhD, een endocrinoloog aan de 'University of Missouri' die Bisphenol-A bestudeert
Waarom is dit ongezond:
De kunststof bekleding aan de binnenkant van blikken bevat Bisfenol-A (BPA of Bisphenol-A). BPAis een synthetisch oestrogeen dat heel wat gezondheidsproblemen veroorzaakt, zoals vruchtbaarheidsproblemen (zowel bij mannen als bij vrouwen), hartziekten, diabetes, zwaarlijvigheid, enz.
Tomatenpuree in blikDe zuurtegraad van tomaten zorgt ervoor dat er extra BPA uit het blik lekt en in de voedingsinhoud terecht komt.
"Er kan wel 50 mcg Bisfenol-A terechtkomen in de inhoud per liter tomaat (of afgeleid product) in blik. Dit is een hoeveelheid die je gezondheid op termijn zal schaden, zeker bij jonge mensen," zegt expert F. vom Saal "Ik zelf blijf dus ver weg van tomaat in blik."
Bij onderzoek aan de Harvard School of Public Health, kwam men tot de vaststelling dat na één week soep in blik te eten de BPA-waardes van de testpersonen met meer dan 1200 percent gestegen waren.
Alternatief:
Je kan bij voorkeur kiezen voor tomaten (en afgeleide producten van tomaat) in glazen potjes, bokalen en flessen. Die kan je zeker vinden in natuurvoedingswinkels of bio-winkels, maar je ziet ze ook meer en meer gewoon in de grote supermarkten.


woensdag 30 april 2014

ben jij in balans?

ALKALISERENDE, BASENVORMENDE VOEDING

Groenten: aubergine, broccoli, champignons, witlof, kool wortel, bloemkool, selderie, komkommer, sla, andijvie, alfalfa, spirulina, koolrabi

Fruit: aardbeien, appels, abrikozen, bananen, zwarte bessen, kersen, rode bessen, dadels, druiven, grapefruits, meloenen, nectarines, sinaasappels, citroenen, perziken, peren, ananas, frambozen, tomaten.

Eiwitten: scharreleieren, vetvrije cottage cheese, kipfilet, biogarde yoghurt, amandelen, tofu, zonnebloempitten.

Kruiden: kaneel, kerrie, gember, mosterd, chilipeper, zeezout, miso, alle groene kruiden.

Dranken: mineraalwater (niet koolzuurhoudend), versgeperst vruchtensap, verse groentesappen, groene thee.


VERZURENDE VOEDING

Vetten en oliën: avocado-olie, maïsolie, olijfolie, lijnzaadolie, sesamolie, zonnebloemolie.

Zuivel: melk, kaas, boter.

Fruit: veenbessen (cranberries).

Bonen: doperwten, spliterwten, witte en bruine bonen, sojabonen en sojamelk.

Dierlijke eiwitten: rundvlees, schelp- en schaaldieren, zalm, tonijn, eend, vis, lamsvlees, varkensvlees, konijn, kalkoen, wild, kaas.

Suikerwaren: snoep, honing, stroop, zoetstof, limonades, suiker.

Pasta: spaghetti, macaroni, lasagna etc.

Granen: rijst- of volkorenwafels, maïs, rijst, rogge, tarwe.
Danken: Alle alcoholische dranken, koolzuurhoudende dranken, frisdranken. Met name cola.
Chemisch: Geneesmiddelen, chemicaliën en pesticiden.

Heb je wat hulp nodig en wil je ervan overtuigd zijn dat je niets te kort komt dan nodig ik je uit om hier een kijkje te nemen.



ziekmakend zoet

De ‘natuurlijke’ zoetstof HFCS blijkt een metalen randje te hebben, en wel van kwik.

Een schokkende onthulling over glucose-fructosestroop op basis van maïsstroop, ook wel HFCS (High Fructose Corn Syrup) genoemd, een alomtegenwoordige zoetstof die wordt gebruikt in allerlei voedingsmiddelen van cola tot ‘gezonde’ tussendoortjes. Deze zoetstof blijkt kwik te bevatten dat onbedoeld tijdens het productieproces wordt toegevoegd.
Glucose-fructosestroop wordt zo veel gebruikt, en het spul is zo vervuild met kwik, dat de meeste mensen, zelfs wanneer ze zogeheten ‘natuurlijke’ voorbewerkte maaltijdonderdelen en tussendoortjes eten, gemiddeld zo’n 28,5 mcg kwik per dag binnen kunnen krijgen. De gemiddelde Amerikaan krijgt er jaarlijks maar liefst 19 kg van binnen.

Verder wijzen nieuwe onderzoeken erop dat het gebruik van glucose-fructosestroop een van de oorzaken is achter de toename van overgewicht in westerse landen zoals Amerika, Engeland en ook Nederland. (Zie ook het maartnummer van Medisch Dossier, jrg. 11, nr. 3.)
De maïsindustrie spreekt deze negatieve berichtgeving tegen, en dat is geen wonder wanneer we weten dat de maïsindustrie in de jaren zeventig min of meer van de ondergang werd gered doordat er een enzym werd ontdekt dat de glucose in maïssiroop kon omzetten in fructose. Hun argument is dat HFCS ‘natuurlijk’ is, omdat het afkomstig is van een geheel natuurlijke substantie zonder kunstmatige toevoegingen of ingrediënten. Dat doet de vraag rijzen wat we precies onder ‘natuurlijk’ verstaan.




*'De zoetstof blijkt kwik te bevatten en vormt wellicht een nog grotere bron van dit giftige zware metaal dan vis.'
*'Er is er niet veel fantasie voor nodig om te vermoeden dat een gedeelte van het zogenaamd verdwenen kwik in de HFCS zelf terecht is gekomen.'
*'Van de 55 producten die zij bij de plaatselijke supermarkt kochten, bleek eenderde kwik te bevatten.'
*'In Amerika gebruiken nog steeds vier van de acht verwerkingsbedrijven een technologie op basis van kwik.'
*'Hoge doseringen van welke vorm van kwik dan ook veroorzaken schade aan het hart, de nieren, de longen en het immuunsysteem.'

HET ZOETMAKENDE ZOET
De toepassing van glucose-fructosestroop, ook wel high-fructose corn syrup (HFCS) genoemd, ofwel maïsstroop met een hoog fructosegehalte, heeft een hoge vlucht genomen in de voedingsindustrie. Maar uit recent onderzoek komt naar voren dat het als bron van kwik wellicht nog riskanter is dan vis.

In de voedselbewerkingsindustrie is sinds de jaren tachtig een stille revolutie aan de gang; eentje die wel eens schadelijk zou kunnen kan zijn voor de gezondheid en die tot overgewicht zou kunnen leiden. Uit recent onderzoek blijkt zelfs dat hij ook verantwoordelijk zou kunnen zijn voor de leer- en gedragsproblemen die we tegenwoordig zoveel vaker zien bij kinderen.

De afgelopen dertig jaar zijn de voedingsfabrikanten geleidelijk sucrose als zoetmaker van voeding en dranken gaan vervangen door glucose-fructosestroop, ofwel HFCS, zoals het in de Verenigde Staten heet (High-Fructose Corn Syrup). In 1970 was meer dan 83 procent van de zoetstof die in in de VS werd gebruikt, nog sucrose. Maar volgens OU (Orthodox Union) Kosher, een Amerikaanse non-profitorganisatie die nagaat of voedsel kosjer is, bevatte in 1997 nog maar 43 procent van de voedingsmiddelen en dranken sucrose en werd er voor 57 procent glucose-fructosestroop gebruikt.

Fructosestroop wordt meestal gemaakt van maïs en is goedkoper dan suikers die uit bieten worden gemaakt. De voedingsindustrie is er dol op omdat de stof de producent vele voordelen biedt boven traditionele zoetstoffen. Zo blijven producten er langer door houdbaar, laat hij zich gemakkelijker mengen met vloeistoffen en behoudt hij de zoete smaak beter dan gewone suiker. Om die reden werd de stof al heel vroeg gebruikt in Coca Cola, Pepsi en andere frisdranken. Ook gaat hij ‘vriesverbranding’ of rijpvorming tegen doordat hij kristalvorming voorkomt. Daarom wordt de stof veel gebruikt in diepvriesproducten zoals roomijs. Verder geeft de zoetstof bij het bakken een mooie bruine kleur aan cake, gebak, brood, crackers en ontbijtproducten. En het belangrijkste is natuurlijk dat de productie vele malen goedkoper is dan die van andere zoetstoffen.

OVERGEWICHT EN DIABETES
Tegenwoordig zit glucose-fructosestroop in vrijwel alle bewerkte voedingsmiddelen, van Coca Cola, Pepsi, ontbijtkoek, de Cornflakes en andere ontbijtproducten van Kellog’s tot ijs van Ben & Jerry’s, groentesoep van Campbell, bewerkt brood en gebak, Ocean Spray Cranberry sap en heel veel andere producten. Het mooiste is wel, aldus de voorstanders, dat de stof zowel natuurlijk als veilig is. Die opvatting wordt gedeeld door de meeste wetenschappers en voedselautoriteiten.

Toch zijn er critici die geloven dat producten met glucose-fructosestroop een directe oorzaak zijn van overgewicht en diabetes. Terwijl de discussie voortgaat over de vraag of glucose-fructosestroop een oorzaak is van het groeiende aantal mensen met overgewicht en diabetes, is in een recent onderzoek een veel ernstiger gezondheidsprobleem aan het licht gekomen: de zoetstof blijkt kwik te bevatten en vormt wellicht een nog grotere bron van dit giftige zware metaal dan vis.

GLUCOE-FRUCTOSESTROOP
Hoewel de voedselautoriteiten nog steeds vinden dat glucose-fructosestroop een veilige toevoeging aan voedsel is, hebben andere onderzoekers bewijzen gevonden die duidelijk in de richting wijzen van het tegendeel. Een van die onderzoekers was Renée Dufault, die in 2005 kwik vond in negen van de twintig monsters van glucose-fructosestroop die ze van verschillende productiebedrijven had verzameld. De Amerikaanse voedselautoriteit FDA (Food and Drug Administration) reageerde helemaal niet op haar bevindingen, waardoor ze zich gedwongen zag met haar informatie naar de media te gaan, toen ze vorig jaar met pensioen ging.

Dufault had kwikgehaltes gevonden van 0,005 tot 0,570 microgram per gram glucose-fructosestroop. Aangezien de gemiddelde Amerikaan per dag 50 g van deze zoetstof binnenkrijgt, krijgt hij waarschijnlijk onbewust tot wel 28,5 mcg kwik binnen. Kwik is het giftigste metaal dat we kennen. Wanneer we weten dat een standaard Cola-blikje van 300 ml ruim 8 theelepels glucose-fructosestroop bevat, is het duidelijk waarom bewerkte snacks en frisdrank met gemak een veel grotere bron van kwik kunnen vormen dan vis1.
Maar hoe is die kwik eigenlijk in de productmonsters met HFCS gekomen? Hoewel de voorstanders van glucose-fructosestroop deze zoetmaker beschrijven als ‘natuurlijk’, is hij dat helemaal niet. Andere zoetstoffen zijn gebaseerd op rietsuiker en bietsuiker, maar glucose-fructosestroop wordt gemaakt van het zetmeel van maïs. Hij is het resultaat van een reeks industriële processen.

HET BEWERKINGSPROCES
In 1957 ontdekten onderzoekers een enzym waarmee glucose uit maïsstroop kon worden omgezet in fructose. Pas in de jaren zeventig werd dit proces vervolmaakt waarmee de weg geplaveid was voor de massaproductie van glucoe-fructosestroop. Het proces omvat verschillende stappen en drie verschillende enzymen: het resultaat is een siroop met 90 procent fructose. Dat wordt vervolgens gemengd met onbehandelde glucosestroop tot een mengsel met ofwel 42 procent (glucose-fructosestroop) ofwel 55 procent (fructose-glucosestroop) fructose.

Momenteel zijn er wereldwijd zo’n 50 productiebedrijven die HFCS maken. De installaties van deze bedrijven, beter bekend als chlooralkali-installaties, gebruiken nog steeds natronloog (natriumhydroxide) bij de productie van HFCS, een verouderde vorm van verwerking die in sommige bedrijven al is vervangen door een veiliger methode. Andere voedingsingrediënten, zoals citroenzuur, worden ook in deze fabrieken geproduceerd.
Het natronloog wordt gemaakt met procédés waarbij kwik wordt gebruikt. Regelmatig melden fabrikanten dat een gedeelte van het kwik op mysterieuze wijze is verdwenen. Zo melden in 2000 de vier Amerikaanse bedrijven die nog steeds natronloog gebruiken, elk een onverklaarbaar verlies van soms wel zeven ton kwik. Drie Engelse bedrijven melden een soortgelijk verlies, maar de milieu-organisatie Oceana aldaar denkt dat het kwikverlies helemaal niet zo mysterieus is, maar dat het kwik geloosd wordt in de lucht en de watervoorzieningen. Deze organisatie bracht in januari 2005 het rapport Poison Plants (Gifinstallaties) uit waarin ze de drie Engelse bedrijven ervan beschuldigt verantwoordelijk te zijn voor eenderde van de totale kwikemissie in de lucht en bijna de helft van alle emissie in de watervoorzieningen van Engeland.

Toch verklaart deze uitstoot van kwik in het milieu maar een fractie van het totale ‘verlies’ aan kwik. In 2003 meldden negen van de installaties wereldwijd waar kwik gebruikt werd, dat er 8 ton kwik in de lucht en het water waren afgescheiden. Daarmee konden ze nog niet verklaren waar de overige verdwenen 30 ton gebleven was, die ze aan het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) gemeld hadden voor het jaarrapport van dat bureau2. Gezien deze feiten en de rommelige veiligheidsprocedures is er niet veel fantasie voor nodig om te vermoeden dat een gedeelte van het zogenaamd verdwenen kwik in de HFCS zelf terecht is gekomen, zoals Dufault en haar collega's ontdekten.

KWIK SNACKEN
De bevindingen van Dufault en haar collega's waren voor dr. David Wallinga en andere onderzoekers van het Institute for Agriculture and Trade Policy (IATP), een onafhankelijke lobbygroep in Minneapolis, aanleiding een aantal veel verkochte frisdranken en tussendoortjes te kopen die met HFCS gezoet waren, en ze te testen op kwik (zie het kader op p.xx [ kader 4]). Van de 55 producten die zij bij de plaatselijke supermarkt kochten, bleek eenderde kwik te bevatten, waaronder producten van Quaker, Kraft en andere bekende merken die internationaal verkrijgbaar zijn, ook in Nederland.

Het gehalte kwik varieerde enorm. Het hoogste gevonden gehalte was twee keer zo hoog als het laagste. De grootste hoeveelheid werd gevonden in barbecuesauzen, terwijl colasoorten en frisdranken geen kwik bevatten. Maar Wallinga en de andere IATP-onderzoekers benadrukken dat hun bevindingen maar een momentopname zijn op basis van een enkele aankoop. Zie hun rapport van januari 2009 getiteld Not So Sweet: Missing Mercury and High Fructose Corn Syrup (Niet zo lekker: onverklaard kwikverlies en glucose-fructosestroop). Bovendien geloven zij dat de fabrikanten van de snacks en dranken waarschijnlijk niet eens weten dat hun producten kwik bevatten of zelfs maar dat er natronloog wordt toegepast bij de productie van hun zoetstoffen. Natronloog ontstaat in een proces waarbij kwik wordt gebruikt. Afgaand op de website van de Britse branchegroep van producenten van HFCS heeft de IATP waarschijnlijk gelijk.

Op die website (www.highfructosecornsyrup.co.uk) herhaalt deze groep de uitspraak van de FDA dat HFCS een ‘natuurlijk product is, aangezien de enige twee componenten van HFCS glucose en fructose zijn. Dat zijn beide suikers die in de natuur voorkomen en het zijn de twee suikers die samen de disaccharide sucrose vormen, algemeen bekend als suiker’. Deze bewering klopt in zoverre dat de zoetstof inderdaad een bewerking is van maïsstroop, een natuurlijk product met veel glucose, dat echter in zijn oorspronkelijke vorm geen fructose bevat. En dat laatste vermeldt de site dan weer niet. Er zijn industriële processen nodig om fructose in de maïsstroop te krijgen. Fructose is dus wel ‘natuurlijk’, maar niet als onderdeel van maïsstroop.

RESPONS VAN DE INDUSTRIE
De Amerikaanse maïsproducenten hebben als groep enorm geprofiteerd van de explosieve groei van de toepassing van HFCS. Het verbaast dus niet dat de branchevereniging, de Corn Refiners Association (CRA), heel snel de bevindingen van Dufault heeft verworpen. Maar ze reageerde niet op het onderzoek van de IATP waarbij werd ontdekt dat er kwik voorkwam in een substantieel aantal tussendoortjes die met HFCS waren gezoet. De voorzitter van de CRA, Audrae Erickson, zegt dat het onderzoek van Dufault gebaseerd is op ‘verouderde informatie waarvan de geldigheid twijfelachtig is’. Zij beweert dat de industrie al jaren kwikvrije verwerkingsinstallaties gebruikt. Maar volgens de IATP gebruiken in Amerika nog steeds vier van de acht verwerkingsbedrijven een technologie op basis van kwik. Wereldwijd kunnen er nog veel meer bedrijven zijn met installaties die kwik nodig hebben.

Erickson meldt ook dat de FDA reeds in 1983 heeft gesteld dat HFCS veilig is, en in 1996 nog een keer. Maar de FDA werd pas in 2005 geconfronteerd met de bevindingen van Dufault en heeft sinds die tijd geen nieuwe uitspraak gedaan over de veiligheid van HFCS. Erickson rondt af door de claim te herhalen dat HFCS ‘natuurlijk’ is omdat de stof geen kunstmatige of synthetische ingrediënten of toevoegingen bevat. Het gaat echter nogal ver om een product 'natuurlijk' te noemen dat door drie, weliswaar enzymatische, maar industriële processen ontstaat. Volgens Michael Jacobson, directeur van het Center for Science in the Public Interest, een Amerikaanse belangengroep op het gebied van voeding, ‘kun je iets niet natuurlijk noemen wanneer je de moleculaire structuur van de stof hebt veranderd'. Hij vindt dat HFCS tot de groep kunstmatige zoetstoffen zou moeten behoren.

DE KWIKBELASTING
Wij als gewone burger denken zo ongeveer te weten aan hoeveel kwik we blootstaan doordat we weten hoeveel vis we eten en hoeveel amalgamen vullingen we hebben. Maar we blijken nooit rekening gehouden te hebben met de extra belasting door kwik die we wellicht nietsvermoedend binnenkrijgen door ons eten en drinken. Als de analyses van Dufault en haar collega's kloppen, slikt de gemiddelde burger nog eens 28,5 mcg kwik extra per dag. Dat getal kan onder tieners nog hoger zijn, aangezien zij vaak meer snacks en frisdranken gebruiken.

Er zijn echter critici die Dufault en de IATP ervan beschuldigen angst te zaaien. Zo zegt toxicoloog Carl Winter van het Foodsafe Program aan de Universiteit van California in Davis dat de giftigste vorm van kwik methylkwik is, de vorm die in vis zit. Deze vorm wordt namelijk het gemakkelijkst door het lichaam opgenomen. Mogelijk hebben Dufault en Wallinga elementaire kwik gemeten, zegt hij, dat minder gevaarlijk is.
Dat mag zo zijn, maar er bestaat geen ‘veilige kwik’. Hoge doseringen van welke vorm dan ook veroorzaken schade aan het hart, de nieren, de longen en het immuunsysteem (zie kader op p.xx [kader2]). Bovendien kan deze onverwachte bron van kwikbelasting door tussendoortjes en frisdrank wel eens een bijdragende factor zijn voor de alarmerende stijging van het aantal gevallen van ADHD (aandachttekortstoornis met hyperactiviteit), autisme en gedragsproblemen bij onze kinderen.

Zoals Wallinga van IATP zegt: ‘Voor mijzelf luidt de boodschap dat deze stof [HFCS] eigenlijk een prima te vermijden, overbodige blootstelling aan kwik vormt.'
Bryan Hubbard
1 Environmental Health, 2009; 8: 2; doi: 10.1186/1476-069X-8-2
2 68 FR (Federal Register) 70904

HFCS EN OVERGEWICHT
Een aantal wetenschappers is er sterk van overtuigd dat de komst van glucose-fructosestroop (High Fructose Corn Syrup ofwel HFCS) een aanzienlijke rol heeft gespeeld bij de epidemie van overgewicht die in veel landen zo duidelijk is. Frustrerend genoeg voor hen is het echter nog niet mogelijk een direct causaal verband aan te tonen. Wel zijn er de landelijke gezondheids- en bevolkingsstatistieken die hun punt lijken te ondersteunen.
Tussen 1970 en 1990 nam de consumptie van HFCS door mensen met 1000 procent toe, terwijl in diezelfde periode het percentage overgewicht in de Amerikaanse bevolking steeg van 23 naar 30 procent. Aangezien HFCS in die periode de enige verandering in het eetpatroon van enig belang was, is het volgens hen redelijk aan te nemen dat deze stof een grote rol heeft gespeeld in de overgewichtcrisis.

Bij een onderzoek onder 1400 basisschoolkinderen bleek ongeveer eenderde van de calorieën die zij innamen, te bestaan uit toegevoegde suikers in plaats van de suikers die van nature in fruit en groenten zitten1. Bovendien meldde de Corn Refiners Association dat de gemiddelde Amerikaan in datzelfde jaar meer dan 19 kg HFCS had geconsumeerd.
Dr. George Bray, diabetesspecialist aan het Pennington Research Center aan de Universiteit van Louisiana, is overtuigd van het verband tussen HFCS en overgewicht2. Hij heeft een nieuwe verklaring gevonden voor de manier waarop HFCS ons dik kan maken. Hij zegt dat ons lichaam de fructose in HFCS anders verwerkt dan gewone tafelsuiker. ‘Gewone suiker geeft het lichaam signalen van "verzadiging", terwijl fructose en HFCS dat niet doen,’ zegt hij. Met andere woorden: we worden niet misselijk van te veel HFCS, terwijl we van gewone tafelsuiker snel een verzadigd gevoel krijgen.

Deze opvatting wordt ondersteund door onderzoek van Peter Havel aan de Universiteit van Californië in Davis. Hij heeft ontdekt dat het lichaam fructose op een manier omzet die gewichtstoename bevordert. Fructose zet het lichaam namelijk niet aan meer insuline en leptine te maken, hormonen die helpen de eetlust te remmen. Tevens vertraagt hij niet de productie van hormonen die het hongergevoel doen toenemen3,4. Maar tot op heden heeft niemand kunnen vaststellen dat HFCS inderdaad de grootste boosdoener is achter overgewicht.
Het Center for Food, Nutrition and Agriculture Policy aan de Universiteit van Maryland heeft een panel van experts opgesteld om alle theorieën en beweringen te bekijken. Hun conclusie was dat alle bewijzen ofwel onbetrouwbaar waren of niet eenduidig, en dat er geen onderzoek was naar HFCS en de algemene sucroseconsumptie5.

Ook uit onderzoek aan de Universiteit van Rhode Island kwam geen overtuigend bewijs dat HFCS schadelijkere effecten had dan andere geraffineerde suikers. Ook vonden ze geen verschillen tussen de metabole respons van het lichaam van slanke vrouwen op HFCS en op sucrose6.
Dat lijkt dan ook het echte punt te zijn: alle geraffineerde suikers, of het nu fructose, sucrose of HFCS betreft, zijn slecht voor ons en kunnen we beter vermijden. Een extra reden is de nieuwste bevindingen van Dufault en de IATP (zie hoofdartikel) dat HFCS vervuild is met kwik.

Sommige artsen adviseren diabetespatiënten fructose te gebruiken, omdat ze denken dat de stof een veiligere vorm van suiker is. Het heeft namelijk geen negatieve invloed op de regulering van bloedglucose. Maar voedingsdeskundige dr. Alan Gaby waarschuwt dat dit geen goed advies is. Fructose kan een slechte invloed hebben op andere aspecten van de stofwisseling en hij speelt een sleutelrol bij het verouderingsproces, zegt hij. Bovendien kan de stof de problemen van de ogen, vaten en nieren vergroten die bij diabetici al groot kunnen zijn. Verder kan fructose darmproblemen, zoals diarree, veroorzaken en zou het juist verantwoordelijk kunnen zijn voor de huidige toename van het aantal mensen met diabetes, overgewicht en leververvetting die niet door alcohol is ontstaan7



1 Nutr Rev, 2005; 5: 133-157
2 Am J Clin Nutr, 2004; 79: 537-543
3 Am J Clin Nutr, 2008; 87: 1194-1203
4 J Clin Endocrinol Metab, 2004; 89: 2963-2972
5 Crit Rev Food Sci Nutr, 2007; 47: 561-582
6 Nutrition, 2007: 23: 103-112
7 Altern Med Rev, 2005; 10: 294-306

Oorspronkelijke artikel: Auteur: 2009 © Bryan Hubbard Medisch Dossier (mei 2009)
Bron vertaling (met dank!): WijWordenWakker